
Een belastingschuld verjaart meestal na vijf jaar. Als de Belastingdienst binnen die termijn geen actie onderneemt om de schuld te innen, vervalt hun recht op invordering. Dit wordt ‘verjaring’ genoemd.
Inhoud
Verjaring van belastingschulden: hoe werkt het precies?
In het belastingrecht gelden verjaringstermijnen. Die termijnen bepalen hoe lang de Belastingdienst de tijd heeft om belastingaanslagen op te leggen én om opgelegde aanslagen daadwerkelijk te innen. Deze twee momenten zijn juridisch strikt gescheiden:
- Heffing: het opleggen van een (navorderings)aanslag.
- Invordering: het innen van een reeds vastgestelde belastingschuld.
In dit artikel leggen we uit welke termijnen gelden, wanneer ze beginnen te lopen en wat de gevolgen zijn als een termijn is verstreken.
Heffingstermijn: hoe lang mag de Belastingdienst wachten met het opleggen van een aanslag?
De eerste stap in het fiscale proces is het opleggen van een aanslag. Dat moet binnen een wettelijke termijn gebeuren, gerekend vanaf het einde van het belastingjaar waarop de aanslag betrekking heeft. Deze termijnen zijn vastgelegd in de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR).
Aangifte gedaan: standaardtermijn van drie jaar
Als een belastingplichtige tijdig aangifte heeft gedaan, geldt in beginsel een termijn van drie jaar om de aanslag vast te stellen. Deze termijn begint te lopen na afloop van het belastingjaar1.
Navorderingsaanslag: vijf jaar
Wanneer de Belastingdienst na het opleggen van een eerste (primaire) aanslag alsnog informatie krijgt waaruit blijkt dat te weinig belasting is geheven, kan zij een navorderingsaanslag opleggen2. Dat mag tot vijf jaar na afloop van het belastingjaar, mits sprake is van een zogenoemd 'nieuw feit'.3
Buitenlands vermogen of inkomen: twaalf jaar
Bij verzwegen vermogen of inkomen in het buitenland geldt een verlengde navorderingstermijn van twaalf jaar. Deze langere termijn is bedoeld om de Belastingdienst voldoende tijd te geven om buitenlandse informatie te achterhalen.4
Invorderingstermijn: hoe lang mag de Belastingdienst een opgelegde aanslag innen?
Zodra een aanslag is vastgesteld, ontstaat een formele belastingschuld. De bevoegdheid van de Belastingdienst (meer specifiek: de ontvanger) om die schuld daadwerkelijk te innen, kent ook een verjaringstermijn.
Hoofdregel: vijf jaar na het ontstaan van de invorderbaarheid
De invorderingstermijn bedraagt vijf jaar, gerekend vanaf de dag ná de uiterste betaaldatum van de aanslag. Wordt er binnen die vijf jaar geen invorderingshandeling verricht, dan verjaart het recht op inning.5
Voorbeelden van invorderingshandelingen zijn:
- het sturen van een aanmaning;
- het uitbrengen van een dwangbevel;
- het leggen van beslag;
- het treffen van een betalingsregeling.
Stuiting: het opnieuw starten van de termijn
Elke invorderingshandeling die op tijd wordt verricht, stuit de verjaring. Dat betekent dat de termijn van vijf jaar opnieuw begint te lopen vanaf het moment van die handeling. Ook erkenning van de schuld door de belastingplichtige, bijvoorbeeld via correspondentie, leidt tot stuiting.
Tenslotte kan De ontvanger (de naam voor de invorderaar van belastingschulden) de verjaring van een rechtsvordering tot betaling stuiten door een schriftelijke mededeling waarin hij zich ondubbelzinnig zijn recht op betaling voorhoudt.6
Samenvattend overzicht
Let op: de invorderingstermijn geldt alleen als de aanslag tijdig is opgelegd. Zonder een rechtsgeldige aanslag ontstaat geen invorderbare schuld.
Wat betekent verjaring in de praktijk?
Wanneer een verjaringstermijn is verstreken, verliest de Belastingdienst het recht om te handelen:
- Na heffingsverjaring mag geen (navorderings)aanslag meer worden opgelegd.
- Na invorderingsverjaring mag een reeds opgelegde aanslag niet meer worden geïnd.
De belastingschuld blijft juridisch wél bestaan als een zogenaamde natuurlijke verbintenis. Dit houdt in dat je nog vrijwillig kunt betalen, maar dat je die betaling dan niet als ‘onverschuldigd’ kunt terugvorderen.
Waarom zijn er verjaringstermijnen?
Verjaringstermijnen dienen het rechtszekerheidsbeginsel: burgers en bedrijven moeten binnen een redelijke termijn weten waar ze aan toe zijn. De overheid mag belastingen heffen en innen, maar moet dat wel binnen de grenzen van tijd en zorgvuldigheid doen. Te lang wachten betekent verlies van bevoegdheden.
Tot slot
Het onderscheid tussen heffing en invordering is cruciaal. Een belastingaanslag die op tijd is opgelegd, kan alsnog verjaard raken als de Belastingdienst niet tijdig invorderingsmaatregelen treft. Andersom geldt: is de heffingstermijn verstreken, dan kan er geen nieuwe aanslag meer komen, ongeacht latere invorderingsinspanningen.
Twijfel je of de belastingdienst mag navorderen in jouw concrete geval of dat een schuld wellicht is verjaard? Neem vooral contact op met één van onze adviseurs.
Gebruikte documentatie
1 Artikel 11 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
2 Voor meer informatie over de navorderingsaanslag, lees ons artikel
3 Artikel 16 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
4 Artikel 16 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
5 Artikelen 4:104 en 4:105 Algemene wet bestuursrecht
6 Artikel 27 van de Invorderingswet 1990
Richard Bierlaagh
Richard is al meer dan 10 jaar actief in de fiscale wereld. Met ervaring bij Big Four kantoren en actief als auteur.
Vrijblijvend Adviesgesprek
Meer weten over dit onderwerp? Boek een gratis consult met een van onze specialisten.