Loon van derden

Loon dat niet betaald is door de werkgever, kan alsnog door die werkgever in de loonadministratie moeten worden verwerkt.

Wanneer werknemers vergoedingen of voordelen ontvangen, is het niet altijd direct duidelijk of dit moet worden aangemerkt als loon in ‘fiscale zin’. Dat onderscheid is cruciaal, omdat het bepaalt of een werkgever inhoudingsplichtig is voor loonheffingen.

Op het eerste gezicht lijkt de regel eenvoudig: loon is de tegenprestatie voor arbeid. In de praktijk is het echter vaak ingewikkelder – zeker wanneer voordelen niet rechtstreeks door de werkgever, maar door een derde worden verstrekt. Dan rijst de vraag: wanneer is er sprake van loon, en wie is verantwoordelijk voor de inhouding van belasting?

Wanneer is er sprake van loon?

Om te bepalen of er sprake is van loon (en niet bijvoorbeeld van een gift), moet er een causaal verband bestaan tussen het voordeel en de dienstbetrekking van de werknemer. Dit wordt duidelijk in artikel 10 van de wet op loonbelasting 1964.

Dit is in de jurisprudentie uitgewerkt in de leer van de redelijke toerekening:

‍‘Er is sprake van loon als het genoten voordeel, rekening houdend met de maatschappelijke opvattingen, zakelijk aan de dienstbetrekking kan worden toegerekend. Voordelen die tot de privésfeer van de werknemer behoren, vallen hierbuiten.’

Voorbeelden zijn:

• Werkgeversloon, zoals het reguliere salaris.
• Loon van derden, bijvoorbeeld verkoopbonussen vertrekt door fabrikanten aan verkopers.
• Fooien, zoals genoten worden in de horeca 

Fiscale kwalificatie van fooi 

De fooien in de horeca zijn een bijzondere vorm van beloning, zoals ook benadrukt wordt in het recente kennisgroepstandpunt Inhoudingsplicht voor fooien¹.

Op het eerste gezicht zouden fooien kunnen worden gezien als loon van derden, omdat er sprake is van een beloning die aan de werknemer wordt gegeven in het kader van diens dienstbetrekking als horecamedewerker. In de praktijk ligt dit echter anders.

Op basis van artikel 3.6 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 is er namelijk géén sprake van loon, voor zover deze fooien niet zijn meegerekend in het standaardloon van de medewerker.

Belangrijk hierbij is wel dat de fooienpot in zijn geheel naar de medewerkers gaat. De werkgever mag dus niet een deel van de fooi gebruiken voor eigen of zakelijk gewin. Doet hij dit wel, dan is er wél sprake van loon vanuit de werkgever.

Wisselwerking tussen werkgeversloon en loon van derden

Hoewel werkgeversloon en loon van derden verschillende bronnen lijken, kan er tóch een inhoudingsplicht voor de (formele) werkgever ontstaan, ook al komt de betaling feitelijk van een derde.

De Hoge Raad, in een zaak betreffende² , heeft geoordeeld dat dit het geval kan zijn als de beloning door een derde wordt verstrekt:

• Ten laste van de werkgever,
• In opdracht van de werkgever, of
• Met medeweten van de werkgever. 

In zulke gevallen wordt het loon van derden fiscaal gelijkgesteld aan werkgeversloon. In het geval dat er spraken is van een concernverband gaat deze kwalificatie zelfs zo ver dat gekeken wordt of de werkgever redelijkerwijs had kunnen weten dat het voordeel werd verstrekt.

Gevolgen voor de inhoudingsplicht werkgever

Een werkgever kan hierdoor onverwacht geconfronteerd worden met een inhoudingsplicht voor een voordeel dat door een derde is betaald. Dit kan leiden tot liquiditeitsproblemen in  het geval dat het voordeel groter is dan het normale loon van de werknemer en er dus te weinig loonbelasting ingehouden kan worden om aan de inhoudingsplicht van de werkgever te voldoen.

Hoewel de werkgever formeel de ingehouden belasting kan verhalen op de werknemer, kan dit de arbeidsrelatie onder druk zetten. Praktischer is het om vooraf afspraken te maken met de derde partij – bijvoorbeeld dat deze het voordeel netto verstrekt, terwijl de werkgever zorgt voor de fiscale afwikkeling.

Voorkom fiscale verrassingen

Wilt u als werkgever of derde partij duidelijkheid over de fiscale gevolgen van loon van derden? Maak dan via onderstaande link een afspraak. Samen bekijken we uw situatie en zorgen we dat u niet voor onverwachte lasten komt te staan.

¹ KG:204:2025:7 inhoudingsplicht voor fooien

² HR 23 maart 2007, ECLI:NL:HR:2007:AU9527, BNB 2007/168